Samenvoegen proces- en gebouwenverwarming
Daikin Europe NV produceert airconditioningtoestellen, warmtepompen en chillers of ijswatergroepen. In de vestiging in Oostende worden hoofdzakelijk koelelementen vervaardigd die op luchtkoeling werken, daarnaast gebeurt hier ook de volledige samenbouw en het testen van de installaties.
Voor het vervaardigen van de koperen buizen voor de airco’s beschikt Daikin Europe NV over een eigen werkplaats waar koperen buizen verzaagd, geplooid, gerold of geponst en gebrazeerd worden.
Uit het energieplan opgemaakt in kader van het auditconvenant kwamen enkele opportuniteiten naar voor. Een van de mogelijke maatregelen was het samenvoegen van de proces- en gebouwenverwarming.
De verwarming bestond uit:
- De procesverwarming in fabriekspand F1 (voorbehandelingsbaden spuitcabine, chemische baden ontlakking, testkamers, verwarmingen lipoxoltank, 3 droogovens van de fin persen, enz.). Deze werd opgewerkt door twee oudere stoomketels (EMK en Meura) met elk een thermisch vermogen van 1250 kW op een circuit van 130°C.
- Gebouwenverwarming fabriekspand F1. Deze werd opgewerkt door twee warmwaterketels (Ygnis 1 en 2) met elk een thermisch vermogen van 2400 kW op een circuit van 75°C tot 90°C.
Om de koppeling te kunnen realiseren diende de procestemperatuur gefaseerd te worden verlaagd van gemiddeld 120 °C naar 75°C (occasioneel 90°C). Volgende stappen werden gerealiseerd om deze verlaging mogelijk te maken:
- Wijzigingen van warmtewisselaar in spuitcabine zodat warmte van de LD compressoren kan gerecupereerd worden;
- Ander product voor de chemische baden waardoor een lagere werkingstemperatuur kan gerealiseerd worden;
- Overschakeling van verdampingsolie in verschillende fin pressen naar ESL (electrostatic lubrication).
Uit een opgemaakte berekening, bleek het vermogen van de twee ygnis ketels voldoende om de warmte voor de productieprocessen en de verwarming te realiseren. Het bedrijf kon bijgevolg de twee oude stoomketels buiten dienst stellen en verwijderen.
1. De besparing op gas wordt geraamd op 30% tov de som van het vroegere verbruik voor de gebouwen- en procesverwarming in fabriekspand F1.
2. Het gebruik van liozone (hydrazine) wordt vermeden. Dit is een product met volgende gevaarsconnotaties: giftig, lange termijn gezondheidsgevaarlijk, corrosief en gevaarlijk voor het aquatisch milieu).
Het economisch voordeel bestaat uit drie facetten:
- De daling van het gasverbruik, zoals berekend in het monitoringsverslag van het auditconvenant, werd bepaald op 4446, 74€ per wintermaand.
- Wegvallen van de periodieke onderhoudskosten (+- 5000 €/jaar) voor de twee stoomketels.
- Wegvallen van een investeringskosten voor nieuwe stoomketel(s). De oude stoomketels waren aan vervanging toe.
