Inventarisatie en beheer van producten met gevaarlijke eigenschappen.
Mariasteen VZW maakt als beschutte werkplaats deel uit van het Dienstencentrum GID(t)S. Mariasteen verleent als bedrijf duurzame en lonende tewerkstelling aan personen met een beperking. Mariasteen is werkzaam in zeer diverse sectoren, met activiteiten in zowel productie (houtbewerking, metaal- en aluminiumbewerking (elektro)montage, verpakking, …) als in de dienstensector (groenzorg, horeca, strijkatelier,…) en een eigen afdeling orthopedie. Steeds meer mensen werken ook in het bedrijf van de klant zelf, in zogenaamde enclaves.
In de zomer van 2010 zijn er binnen Mariasteen zes afdelingen verhuisd naar een nieuw gebouw. Voordien beschikte iedere afdeling over zijn eigen voorraad aan gevaarlijke producten en zorgden ze zelf voor het beheer. Door het afzonderlijk beheer was het mogelijk dat de afdelingen voor eenzelfde toepassing een ander gevaarlijk product gebruikten. Om het beheer en gebruik van gevaarlijke producten te optimaliseren doorliep Mariasteen verschillende stappen.
- Per afdeling werd een inventarisatie uitgevoerd van gebruikte producten en van niet meer gebruikte producten maar die wel nog fysisch aanwezig waren (soms in recipiënten van bedenkelijk allooi al dan niet met een (juist) etiket…). Dit leidde al meteen tot een vermindering van maar liefst 40 gevaarlijke producten over de zes afdelingen.
- Opvragen MSDS fiches en de toepassing ervan verifiëren. Er bleken 43 producten niet onder de noemer gevaarlijk of schadelijk te vallen.
- Gevaarlijke producten vervangen door een minstens even efficiënt maar minder schadelijk product. Bijvoorbeeld kon een corrosieve industriële shampoo, enkel toepasbaar in een sterk verdunde oplossing, vervangen worden door een relatief onschuldige vensterreiniger.
- Toetsing aan de noodzakelijke minimumhoeveelheden en gecorrigeerd waar nodig in functie van de toegelaten hoeveelheid uit de milieuvergunningen. Vaak werd teveel aangekocht in functie van de bekomen kortingen bij de verschillende leveranciers zonder zich te realiseren welke implicaties dat met zich meebracht. Door wat dynamiek in het aankoopbeheer te steken kon er met kleinere hoeveelheden even efficiënt gewerkt worden.
- Voor een correcte stockage werd de Codex Wet Welzijn en VLAREM II geconsulteerd.
- De gasopslag werd afgebouwd en buiten de gebouwen geplaatst. De opslag van de propaan werd met ongeveer 35 % verminderd en de opslag van acetyleen met maar liefst 75 %. De zuurstof werd voldoende ver gestockeerd van de ontvlambare gassen (10 m). De totale investering voor de opslagplaats bedroeg ongeveer € 4 000. Voor de opslag van de gevaarlijke vaste stoffen en vloeistoffen werd een lekplateau (voor grotere recipiënten, oliën en smeermiddelen) en drie veiligheidskasten gekocht. De P1- en P2-producten staan in een brandveilige kast en de overige producten in de twee andere veiligheidskasten. De inhoud van iedere kast werd door de IDPBW vastgelegd. De investering in de veiligheidskasten en het lekplateau bedroeg +/- € 8000.
- Er is een procedure opgesteld waarin het beheer en de registratie sleutelelementen zijn in een correcte verhandeling van gevaarlijke producten. Slechts twee magazijniers hebben toegang tot de kasten. Verder werd ook in het ERP-programma een beperking ingebouwd in de bestellingen en maximumvoorraden.
- Er wordt nu nog gewerkt aan het opstellen van een veiligheidsinstructiekaart “Werken met gevaarlijke producten”, van milieu- en veiligheidskaarten en van een opleidingsplan voor de mensen op de vloer. Hier gaat ook het gebruik van de geschikte PBM’s een cruciale rol in spelen. Uiteraard zet de IDPBW haar zoektocht verder naar milieu- en mensvriendelijker producten als mogelijk alternatief voor de huidige “gevaarlijke producten”.
- Een lekplateau met opstanden verkleint de kans op bodemvervuiling; de omgeving is ook gemakkelijker te reinigen.
- Milieuvriendelijker producten zijn minder schadelijk dan klassieke producten.
- Kleinere risicozone door centralisatie gevaarlijke producten.
- Kleinere recipiënten leveren weliswaar meer afval op maar verkleinen de schade en/of verlies bij een lek.
De gezondheid van de werknemers loopt minder gevaar door:
- de blootstelling aan gevaarlijke producten tot een absoluut minimum te herleiden.
- een kennisverhoging van en grotere bewustwording bij de hiërarchische lijn en de werknemers.
- Filtering leidde tot minder verschillende producten waarmee hetzelfde werk kan uitgevoerd worden.
- Door aankoophoeveelheden te beperken, is er minder kans op overtollige producten (die dan toch uiteindelijk moeten verwijderd worden).
- Door het registreren van het verbruik springen werknemers zuiniger om met de producten.
- De procedure zorgt voor structuur en systematiek in de opvolging van het gebruik van gevaarlijke stoffen.